Vernietiging van een samenstel van (paulianeuze) rechtshandelingen
Rechtbank Oost-Brabant 26 augustus 2020, Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandeling plaats te vinden?
A stond aan het hoofd van een concern. Concernvennootschap Cerentino hield de aandelen in Crescendo, waarineen huis van ca. € 6,6 miljoen in mei 2011 was ingebracht. In juli 2011 vonden de volgende rechtshandelingen plaats. Cerentino verkocht de aandelen in Crescendo aan de familiestichting van de familie van A, De Vijf Musketiers. De stichting bleef de koopprijs ten titel van geldlening aan Cerentino schuldig. Cerentino cedeerde de vordering uit geldlening aan Berzona die op haar beurt de koopsom schuldig bleef (in rekening-courant) en de vordering op de stichting cedeerde aan A. A verrekende de koopsom met zijn vordering op Berzona. De vordering van A op de stichting werd verrekend met de (betwiste) schuld van A aan de stichting. De koopsom was steeds ca. € 4,6 miljoen. Gevolg: in het vermogen van de stichting bevond zich indirect het huis zonder dat de stichting daarvoor feitelijk iets had betaald. Voor Cerentino resteerde een vordering op Berzona van ca. € 4,6 miljoen. In 2015 werden Berzona, Cerentino en A failliet verklaard. De curatoren van Cerentino hebben het samenstel van rechtshandelingen, althans de rechtshandelingen waarbij Cerentino partij was, vernietigd. Zij hebben alleen de Belgische vennootschap Crescendo in rechte betrokken.
Rb.: IVO I is van toepassing. Volgens vaste Europese jurisprudentie is de rechter van het land waar het faillissement is uitgesproken, bevoegd te oordelen over een faillissementspauliana, in beginsel naar het recht van dat land. Vernietiging van het samenstel van rechtshandelingen slaagt niet omdat de curatoren niet alle bij de rechtshandelingen betrokken partijen hebben gedagvaard. De vernietiging van de rechtshandelingen waarbij Cerentino betrokken was, slaagt evenmin. Bij die rechtshandelingen zijn partijen betrokken die niet zijn gedagvaard. Resteert de vernietiging van de overeenkomst van inbreng tussen Cerentino en Crescendo. De curatoren hebben echter gesteld dat het samenstel benadelend was, niet de overeenkomst van inbreng op zichzelf. Met verwijzing naar HR 19 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1117 is het bij benadeling door een samenstel van rechtshandelingen mogelijk alleen de schragende rechtshandeling te vernietigen, mits door die vernietiging de benadeling ongedaan wordt gemaakt. De overeenkomst tot inbreng is niet de schragende rechtshandeling, omdat zij op zichzelf niet benadelend voor de schuldeisers is. Pas de cessie van de vordering op de stichting aan Berzona is benadelend. De vordering op de kapitaalkrachtige stichting werd daardoor vervangen door een vordering op een in slechte financiële toestand verkerende vennootschap. Berzona niet is echter niet gedagvaard.
Wenk
Een beroep op de faillissementspauliana blijft/blijkt een heikele aangelegenheid. Dat geldt in het bijzonder wanneer de benadeling van schuldeisers het gevolg is van een samenstel van rechtshandelingen. Welke rechtshandeling(en) moet(en) in zo een geval worden vernietigd en wie moeten (eventueel) in rechte worden betrokken? Een internationaal aspect maakt het nog ingewikkelder. In deze zaak is dat een Belgische vennootschap als gedaagde. Welke rechter is dan bevoegd? Wat leert ons deze uitspraak?
De eerste lessen gaan over de internationale aspecten van de faillissementspauliana. Les één: onder zowel de oude als de herziene Insolventieverordening is een rechter van de lidstaat op wiens grondgebied de insolventieprocedure is geopend, bevoegd te oordelen over een faillissementspauliana. Voor IVO I zie HvJ EU 12 februari 2009, ECLI:EU:C:2009:83 (Seagon/Deko). De regel uit het arrest is gecodificeerd in art. 6 lid 1 IVO II.
Les twee: onder zowel de oude als de herziene Insolventieverordening is in beginsel de lex concursus van toepassing op een vordering uit hoofde van de faillissementspauliana. Zie art. 4 lid 2 IVO I resp. 7 lid 2 IVO II, in beide gevallen onder m. Dit is de hoofdregel. In de artikelen 13 respectievelijk 17 wordt op de hoofdregel een uitzondering geformuleerd, gebaseerd op de lex causae. Een uitzondering gebaseerd op de plaats van ligging van de onroerende zaak (art. 8 IVO I en 11 IVO II) gaat niet op, zie HvJ EU 4 december 2019, ECLI:EU:C:2019:1046.
De andere lessen zien op de benadeling van schuldeisers door een samenstel van rechtshandelingen. In deze zaak begint het met de inbreng van de woning in een vennootschap die vervolgens wordt verkocht, waarbij de koopprijs schuldig blijft. De vordering op de koper wordt een paar keer gecedeerd. Uiteindelijk wordt de koopprijs via een (betwiste) verrekening voldaan, zonder dat de nieuwe eigenaar van de woning feitelijk iets voor de woning betaalde.
Les drie: indien de curator in rechte vernietiging van alle bij het samenstel betrokken rechtshandelingen vordert, dient hij alle bij die rechtshandelingen betrokken partijen te dagvaarden.
Les vier: leidt het samenstel (alleen) in onderling verband tot benadeling en zijn er een of meer schragende rechtshandelingen, dan kan de curator volstaan met vernietiging van alleen die schragende rechtshandeling(en), mits daardoor de benadeling wordt opgeheven.
De curatoren lijken in een aantal valkuilen te zijn gelopen, waardoor deze zaak voor hen verkeerd afloopt. De rechtbank geeft in een obiter dictum (ro. 5.14) aan hoe de curatoren via een andere weg mogelijk alsnog succes kunnen hebben. Als de cessie van de vordering op de familiestichting door Cerentino aan Berzona de benadelende rechtshandeling is, kunnen de curatoren (van Cerentino) jegens Berzona, waarvan zij eveneens curator zijn, een beroep op de faillissementspauliana doen. Als de curatoren van Cerentino na vernietiging van de cessie (alsnog) betaling van de familiestichting vorderen, zal het van (het succes van) het verweer van de familiestichting afhangen of de vernietiging ook effect sorteert. Houdt de vernietiging stand, dan zouden de curatoren alsnog een vordering op de (solvabele) familiestichting hebben.
J.A. Stal
Publicaties van Jeroen Stal
2021
- Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie van het faillissementsdossier? (Lips/curatoren), Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
- Staat opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten in de weg aan een procedure tegen de curator pro se? (faillissement Breinverruimers), Rechtspraak Insolventierecht 2021/30
- Kwalificeert schending van art. 2:10 en/of 2:394 BW als voldoende ‘persoonlijk verwijt’ voor een bestuursverbod? (OM/bestuurder), Rechtspraak Insolventierecht 2021/16
- Is bij een doorstart sprake van overgang van onderneming? (FNV/Vleems c.s.), Rechtspraak Insolventierecht 2021/5
2020
- Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen plaats te vinden (curatoren Cerentino/Crescendo Belgium), Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
- Is een curator in persoon overtreder van een besluit op grond van milieuwetgeving? (curator North Refinery/GS Groningen), Rechtspraak Insolventierecht 2020/84
- Bestaat een reële mogelijkheid voor beroep op Garantstellingsregeling en uitzicht op baten die opheffing verhinderen? (Verzoeksters/mr. Geelen q.q.), Rechtspraak Insolventierecht 2020/66
- Kan een enquête worden gelast naar de periode van voorlopige surseance van betaling of faillissement en het handelen van de bewindvoerder of de curator? (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/44)
- Wanneer moet de curator een boedelschuld voldoen? Is rente in geval van niet-nakoming van een boedelschuld ook boedelschuld? (B.V./curatoren Paperlinx) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/37)
- Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank? (Rabobank/mr. Platteeuw q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/17)
- Kan een pandrecht op een assurantieportefeuille worden gevestigd? (ING Bank/mr. Thielen q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/2)
2019
- Beëindiging surseance van betaling (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/93)
- Renvooi en uitleg faillissementsakkoord (Garda/Lehman) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/61)
- Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat (Rechtspraak Insolventierecht 2019/56)
- Bevel r-c (MC Slotervaart) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/46)
- Natuurlijke persoon als borg: zakelijke of particuliere borgtocht? (JOR 2019/258)
- Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon? (JOR 2019/115)
- Kan een rechtspersoon in staat van insolventie komen te verkeren als zich geen schuldeisers hebben gemeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/36)
- Is schuldeiser gebonden aan vaststellingsovereenkomst van curator? Is bestuurder aansprakelijk voor onbetaald laten van een factuur? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/33)
- Litigation Funding 2019: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2019, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Dispute Resolution 2018: Netherlands (in: M. Davies en K. Bakhda (eds.), Dispute Resolution 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Litigation Funding 2018: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/103)
- Is beëindiging van assurantiebemidde-lingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/81)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Rabobank/Verdonk q.q.: onrechtmatig handelen en persoonlijke aansprakelijkheid van de curator, FIP 2016/194
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation