Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat
Rechtbank Amsterdam 20 maart 2019, Rechtspraak Insolventierecht 2019/56
Mag de hypotheekhouder zijn derde hypotheekrecht inroepen voor een vordering op schuldenaren die zijn opgehouden te bestaan?
1. Inleiding
Kort gezegd zijn in deze uitspraak twee onderwerpen van belang. Ten eerste: is sprake van een geldige bankhypotheek?Ten tweede: kan de hypotheekhouder met succes een beroep op een derde hypotheek doen voor een vordering die resteert, nadat de debiteuren zijn ontbonden en zijn opgehouden te bestaan?
2. Bankhypotheek
Met de gebruikte omschrijving (zie ov. 2.4) is in beginsel een geldige bankhypotheek tot stand gekomen. De rechtbank merkt daarover op dat ‘voldoening van de schuld niet tot het tenietgaan van het hypotheekrecht [leidt] zolang de bancaire relatie voortduurt.’ Het hypotheekrecht zal in 1983 hebben gestrekt tot zekerheid voor vorderingen op bedrijf 2 en/of 4. Ook als die vorderingen voor 2004 al zijn teniet gegaan, kan het hypotheekrecht van 1983 – en niet slechts veronderstellenderwijs – strekken tot zekerheid voor de (nieuwe) vordering uit hoofde van de kredietovereenkomst uit 2004.
3. Waarop, waarvoor
De rechtbank oordeelt dat als de bedrijven 2 en 4 niet meer bestaan, zij geen verplichting (schuld) kunnen hebben en de corresponderende vordering van de bank teniet gaat; het hypotheekrecht gaat vervolgens teniet door het tenietgaan van deze vordering waarvoor het is gevestigd. De rechtbank verwijst daarbij ongelukkigerwijs naar art. 3:81 lid 2 onder a BW. Over dit oordeel is wel anders te denken. Het hypotheekrecht is gevestigd op een onroerende zaak. In dit geval is sprake van een derde hypotheek: eigenaar van de onroerende zaak is immers eiseres die geen schuldenaar is. Het gaat, als beperkt recht, teniet op de wijzen vermeld in art. 3:81 lid 2 BW, bijvoorbeeld als het eigendomsrecht (waaruit het hypotheekrecht is afgeleid) teniet gaat (onder a). Het hypotheekrecht strekt tot zekerheid voor de nakoming van de vordering van de bank op de bedrijven 2 en 4 (de schuldenaren). Het hypotheekrecht gaat ook teniet, wanneer het hoofdrecht, waarvan het afhankelijk is, teniet gaat. Dat hoofdrecht is de vordering waarvoor het hypotheekrecht is gevestigd: de vordering van de bank op bedrijven 2 en 4. Daarvan is het hypotheekrecht afhankelijk (beginsel van de accessoriteit; art. 3:7 en 3:82 BW).
4. Voortbestaan van de vordering
De vraag is of het hoofdrecht, de vordering van de bank op bedrijf 2 en bedrijf 4, nog bestaat. Bij de beantwoording lijkt de rechtbank voorbij te gaan aan het arrest van de Hoge Raad inzake Rambaldo/Rabobank (alsmede Promneftstroy/Yukos Capital, Zie anders): het tijdstip waarop een verjaringstermijn van een vordering op een rechtspersoon eindigt, nadat die rechtspersoon is opgehouden te bestaan, loopt niet af zolang de vereffening van de rechtspersoon niet is heropend op de voet van art. 2:23c lid 1 BW; heropening van de vereffening is geen vereiste voor het (voort)lopen van de verjaringstermijn; om dezelfde reden behoeft een verjaringstermijn van een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon niet te worden gestuit gedurende de periode dat die rechtspersoon niet meer bestaat (ro. 3.3.2 en 3.3.3). Gevolg: een vordering op een niet meer bestaande rechtspersoon duurt voort, zolang heropening van de vereffening kan plaatsvinden, en dus in beginsel voor onbepaalde tijd. De vordering van de bank op de bedrijven 2 en 4 bestaat, bestaat ondanks de non-existentie van de bedrijven 2 en 4, dus voort. Dat is ook niet onredelijk, omdat in het andersluidende geval een schuldenaar door bijvoorbeeld een turboliquidatie zijn schuldpositie en de daaraan gekoppelde zekerheidspositie van de schuldeiser zou kunnen aantasten. Dat geldt te meer als een derde nog verhaalsaansprakelijk is.
5. Geen heropening van de vereffening volgens art. 2:23c BW
Voor het voortlopen van de verjaring (en dus het voortbestaan van de vordering) is daadwerkelijk heropening van de vereffening niet nodig. Heropening is uiteraard wel noodzakelijk, indien van een bate van de schuldenaar blijkt. Voor verhaal door de schuldeiser (de bank) onder een derde zekerheid (het hypotheekrecht verstrekt door eiseres) is geen heropening van de vereffening van de schuldenaren nodig.
mr. J.A. Stal
advocaat bij Cleber te Amsterdam
Publicaties van Jeroen Stal
2021
- Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie van het faillissementsdossier? (Lips/curatoren), Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
- Staat opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten in de weg aan een procedure tegen de curator pro se? (faillissement Breinverruimers), Rechtspraak Insolventierecht 2021/30
- Kwalificeert schending van art. 2:10 en/of 2:394 BW als voldoende ‘persoonlijk verwijt’ voor een bestuursverbod? (OM/bestuurder), Rechtspraak Insolventierecht 2021/16
- Is bij een doorstart sprake van overgang van onderneming? (FNV/Vleems c.s.), Rechtspraak Insolventierecht 2021/5
2020
- Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen plaats te vinden (curatoren Cerentino/Crescendo Belgium), Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
- Is een curator in persoon overtreder van een besluit op grond van milieuwetgeving? (curator North Refinery/GS Groningen), Rechtspraak Insolventierecht 2020/84
- Bestaat een reële mogelijkheid voor beroep op Garantstellingsregeling en uitzicht op baten die opheffing verhinderen? (Verzoeksters/mr. Geelen q.q.), Rechtspraak Insolventierecht 2020/66
- Kan een enquête worden gelast naar de periode van voorlopige surseance van betaling of faillissement en het handelen van de bewindvoerder of de curator? (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/44)
- Wanneer moet de curator een boedelschuld voldoen? Is rente in geval van niet-nakoming van een boedelschuld ook boedelschuld? (B.V./curatoren Paperlinx) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/37)
- Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank? (Rabobank/mr. Platteeuw q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/17)
- Kan een pandrecht op een assurantieportefeuille worden gevestigd? (ING Bank/mr. Thielen q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/2)
2019
- Beëindiging surseance van betaling (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/93)
- Renvooi en uitleg faillissementsakkoord (Garda/Lehman) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/61)
- Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat (Rechtspraak Insolventierecht 2019/56)
- Bevel r-c (MC Slotervaart) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/46)
- Natuurlijke persoon als borg: zakelijke of particuliere borgtocht? (JOR 2019/258)
- Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon? (JOR 2019/115)
- Kan een rechtspersoon in staat van insolventie komen te verkeren als zich geen schuldeisers hebben gemeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/36)
- Is schuldeiser gebonden aan vaststellingsovereenkomst van curator? Is bestuurder aansprakelijk voor onbetaald laten van een factuur? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/33)
- Litigation Funding 2019: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2019, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Dispute Resolution 2018: Netherlands (in: M. Davies en K. Bakhda (eds.), Dispute Resolution 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Litigation Funding 2018: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/103)
- Is beëindiging van assurantiebemidde-lingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/81)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Rabobank/Verdonk q.q.: onrechtmatig handelen en persoonlijke aansprakelijkheid van de curator, FIP 2016/194
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation