Overneming assurantieportefeuille en verrekening
Hof Arnhem-Leeuwarden 2 mei 2017, Rechtspraak Insolventierecht 2017/81
Is beëindiging van assurantiebemiddelingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden?
n het faillissement van een assurantiebemiddelaar is diens portefeuille doorgaans het meest waardevolle actief. Het verdient enerzijds, ter bescherming van de (bedrijfsvoering van de) bemiddelaar, bescherming; anderzijds kan het in het belang van de (bedrijfsvoering van de) bemiddelaar zijn, wanneer hij over de portefeuille kan beschikken en deze bijv. in zekerheid kan ge-ven. Over de vermogensrechtelijke kwalificatie alsmede de verpandbaarheid en het beheer ervan bestaat (nog) geen zekerheid (zie Verdaas (Zie anders) alsmede Van Hees in zijn noot in JOR 2016/314). Ter bescherming van de assurantiebemiddelaar heeft de wetgever wel bepaald dat de verzekeraar de portefeuille alleen in beheer mag (over) nemen op verzoek van de verzekeringnemer of met toestemming van de bemiddelaar (art. 4:103 Wft). Door overname van de portefeuille creëert de verzekeraar een (feitelijke) verhaalspositie ten opzichte van de bemiddelaar. Hij kan de portefeuille dan immers verkopen. De aan de bemiddelaar af te dragen opbrengst en/of provisieafkoopsom zal de verzekeraar verrekenen met zijn vordering op de bemiddelaar. De uitspraak stelt in dit verband tenminste twee relevante onderwerpen aan de orde: (i) de bevoegdheid van de verzekeraar de portefeuille in eigen beheer te nemen en, daarmee samenhangend, (ii) de toepassing van art. 54 lid 1 Fw.
Portefeuille in eigen beheer
Doorgaans bedingt de verzekeraar in de samenwerkingsovereenkomst met de bemiddelaar diens voorwaardelijke toestemming als bedoeld in art. 4:103 Wft (bijv. on-der de voorwaarde van verzuim of een faillissement). Het hof (en eerder al Verdaas (zie ook)) meent dat wettekst, noch wetsgeschiedenis noch strekking van de wet daar-aan in de weg staan. Het bestaan van de toe-stemmingsbepaling leidt het hof af uit de ‘niet voor verschillende uitleg vatbare tekst’ die de bemiddelaar als professionele partij redelijkerwijs als toestemmingsbepaling had behoren te begrijpen.
Art. 54 Fw?
Vervolgvraag is of de verrekening door de verzekeraar wellicht door art. 54 lid 1 Fw wordt getroffen. Dit artikellid bepaalt dat verrekening onbevoegd wordt verricht in geval een (rechts)persoon een schuld aan of een vordering op de gefailleerde voor faillissement van een derde overneemt en verrekent, als hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld. De overnemer is niet te goeder trouw indien hij wist dat de schuldenaar in zodanige toestand verkeerde dat zijn faillissement was te ver-wachten (HR 30 januari 1953, NJ 1953/578). In het verleden is in de literatuur en (lagere) jurisprudentie wel verruiming van het begrip ‘overneming van een derde’ bepleit (zie Faber (zie anders)). Ook een schuld of vordering voortvloeiend uit een door de schuldeiser met de schuldenaar voor faillissement aangegane overeenkomst zou dan niet voor verrekening in aanmerking kunnen komen. De Hoge Raad heeft echter in zijn arrest Wemaro/De Bok q.q. (onder ver-wijzing naar zijn arrest Eringa q.q./ABN AMRO) het toepassingsbereik van art. 54 lid 1 Fw beperkt. Art. 54 lid 1 Fw strekt ertoe verrekening uit te sluiten indien een schuld of een vordering van een derde wordt over-genomen met het doel de overnemer de mogelijkheid van verrekening te verschaffen. Binnen dat bereik valt niet het creëren van een verrekenbare schuld of vordering door de schuldeiser of schuldenaar van de gefailleerde zelf.
Geen overneming schuld van derde
In dit geval had Bedrijf X, een assurantietussenpersoon, aan ASR een rekening-courantschuld. Als gevolg van de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomsten door ASR was ASR een provisieafkoopsom verschuldigd aan Bedrijf X. ASR heeft haar rekening-courantvordering op Bedrijf X voor datum faillissement verrekend met haar schuld aan Bedrijf X. De curator wenst met een beroep op art. 54 lid 1 Fw de vordering op ASR in de boedel te doen vloeien. Hij beroept zich erop dat ASR met beëindiging van de samenwerkingsovereenkomsten in strijd met art. 54 Fw een verrekeningsmogelijkheid heeft gecreëerd. Ook stelt de curator dat ASR door de voldoening van de af-koopsom de facto de koopsom voor de assurantieportefeuille van Bedrijf X die de koper aan ASR verschuldigd was, heeft overgenomen. Het laatste argument gaat niet op omdat de assurantieportefeuille weliswaar is verkocht aan een derde, maar niet door Bedrijf X, maar door ASR. Daar-mee doet zich een situatie als bedoeld in art. 54 Fw niet voor.
Ter zake het eerste argument oordeelt het hof dat de schuld die ASR in verrekening brengt, geen overgenomen schuld is, maar een door haarzelf gecreëerde schuld en wel uit hoofde van de (beëindigde) samenwerkingsovereenkomsten, in het bijzonder de afkoop van de verschuldigde provisie. Het hof doet daarbij een beroep op een beperking van het toepassingsbereik zoals door de Hoge Raad aangegeven in zijn arresten Wemaro/De Bok q.q. en Eringa q.q./ABN AMRO. Een voorbeeld van deze benadering is ook de uitspraak van de Rechtbank Zee-land-West-Brabant 2 maart 2016, RI 2017/31.
Pauliana?
In zijn arrest Wemaro/De Bok q.q. merkt de Hoge Raad overigens op dat de niet-toepasselijkheid van art. 54 Fw de toepasselijkheid van de art. 42 Fw en 6:162 BW onverlet laat. De weg van art. 42 Fw heeft de curator niet bewandeld en dat lijkt terecht. De beeindiging van de samenwerkingsovereenkomsten (waaruit de schuld van ASR voort-vloeit) zou als benadelende rechtshandeling aan de actio pauliana ten grondslag moeten liggen. Die rechtshandeling lijkt als verplichte rechtshandeling te kwalificeren.
Publicaties van Jeroen Stal
2021
- Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie van het faillissementsdossier? (Lips/curatoren), Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
- Staat opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten in de weg aan een procedure tegen de curator pro se? (faillissement Breinverruimers), Rechtspraak Insolventierecht 2021/30
- Kwalificeert schending van art. 2:10 en/of 2:394 BW als voldoende ‘persoonlijk verwijt’ voor een bestuursverbod? (OM/bestuurder), Rechtspraak Insolventierecht 2021/16
- Is bij een doorstart sprake van overgang van onderneming? (FNV/Vleems c.s.), Rechtspraak Insolventierecht 2021/5
2020
- Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen plaats te vinden (curatoren Cerentino/Crescendo Belgium), Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
- Is een curator in persoon overtreder van een besluit op grond van milieuwetgeving? (curator North Refinery/GS Groningen), Rechtspraak Insolventierecht 2020/84
- Bestaat een reële mogelijkheid voor beroep op Garantstellingsregeling en uitzicht op baten die opheffing verhinderen? (Verzoeksters/mr. Geelen q.q.), Rechtspraak Insolventierecht 2020/66
- Kan een enquête worden gelast naar de periode van voorlopige surseance van betaling of faillissement en het handelen van de bewindvoerder of de curator? (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/44)
- Wanneer moet de curator een boedelschuld voldoen? Is rente in geval van niet-nakoming van een boedelschuld ook boedelschuld? (B.V./curatoren Paperlinx) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/37)
- Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank? (Rabobank/mr. Platteeuw q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/17)
- Kan een pandrecht op een assurantieportefeuille worden gevestigd? (ING Bank/mr. Thielen q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/2)
2019
- Beëindiging surseance van betaling (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/93)
- Renvooi en uitleg faillissementsakkoord (Garda/Lehman) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/61)
- Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat (Rechtspraak Insolventierecht 2019/56)
- Bevel r-c (MC Slotervaart) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/46)
- Natuurlijke persoon als borg: zakelijke of particuliere borgtocht? (JOR 2019/258)
- Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon? (JOR 2019/115)
- Kan een rechtspersoon in staat van insolventie komen te verkeren als zich geen schuldeisers hebben gemeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/36)
- Is schuldeiser gebonden aan vaststellingsovereenkomst van curator? Is bestuurder aansprakelijk voor onbetaald laten van een factuur? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/33)
- Litigation Funding 2019: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2019, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Dispute Resolution 2018: Netherlands (in: M. Davies en K. Bakhda (eds.), Dispute Resolution 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Litigation Funding 2018: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/103)
- Is beëindiging van assurantiebemidde-lingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/81)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Rabobank/Verdonk q.q.: onrechtmatig handelen en persoonlijke aansprakelijkheid van de curator, FIP 2016/194
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation