Afkoopverbod levensverzekering
Hoge Raad 6 oktober 2017, Rechtspraak Insolventierecht 2018/3
Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen?
In deze zaak gaat het over de mogelijkheid van afkoop van een levensverzekering die het karakter heeft van een oudedags- of nabestaandenvoorziening (een zogenaamde gerichte lijfrente). De vraag is of en, zo ja, hoe de curator rechten daaruit ten behoeve van de schuldeisers te gelde kan maken.
Hoogstpersoonlijk?
De eerste vraag in dat verband is of aanspraken op een pensioenvoorziening hoogstpersoonlijke rechten zijn die buiten de boedel vallen (art. 20 Fw). Wanneer rechten buiten de boedel vallen, betreft het een inbreuk op het beginsel dat de schuldenaar tegenover iedere schuld-eiser met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden (art. 3:276 BW). Het aan-nemen van hoogstpersoonlijke rechten noopt tot terughoudendheid (voorbeelden in Wessels, Insolventierecht II, 2016, par. 2160 e.v.). Pensioenrechten vormen alleen een hoogstpersoonlijk recht, wanneer sprake is van een pensioen ter uitvoering van een pensioentoezegging van een werk-gever of een wettelijk verplicht gestelde deelname aan een pensioenregeling (HR 5 september 2008, RI 2008/78). Van een der-gelijke pensioenregeling is in dit geval geen sprake. Het betreft een fiscaal gefaciliteerde pensioenregeling (gerichte lijfrente met een verzorgingsgedachte) die vooral door ondernemers/dga’s wordt gebruikt.
Recht op afkoop in de boedel?
Als een levensverzekering niet buiten het faillissement valt als hoogstpersoonlijk recht, is de vraag of een recht of afkoop bestaat. Zo ja, valt het recht op afkoop in de boedel? (vgl. Bartels en Van Hooff, zie ook).
Recht op afkoop door curator?
Een fiscaal gefaciliteerde, gerichte lijfrente vereist een contractueel afkoopverbod. Een faillissement wijzigt in beginsel niets aan bestaande over een kom sten. Voor de levensverzekering bepaalt art. 7:986 lid 4 eerste volzin BW echter dat een contractuele uitsluiting in beginsel niet aan het recht tot afkoop voor de curator van de verzekeringnemer in de weg staat. Die uitzondering in de eerste volzin mist vervolgens toepassing, als de verzekering recht geeft op periodieke uitkering, voor zover de premies in box 1 voor de inkomstenbelasting konden worden afgetrokken van het belastbaar inkomen. De vraag die zich vervolgens voordoet – en in dit arrest wordt beantwoord – is of de pre-mies bij de gefailleerde zelf daadwerkelijk voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking zijn genomen. De Hoge Raad oordeelt dat dat niet is vereist. Het gaat er – meer in het algemeen – om dat een oudedagsvoorziening wordt opgebouwd die vol-doet aan de maatstaven voor fiscale facilitering die in fiscale regelgeving zijn vastgelegd. Dat staat los van de vraag, wie de premies voldoet en of zij daadwerkelijk voor de heffing van de inkomstenbelasting in aanmerking worden genomen. Als het verwijzingshof zal oordelen dat de bewuste levensverzekering gericht is op de opbouw van een oudedagsvoorziening die voldoet aan de maatstaven voor fiscale facilitering als volgt uit de fiscale regelgeving, geldt het afkoopverbod ook voor de curator.
Recht van afkoop in de boedel?
Als het afkoopverbod niet aan de curator kan worden tegengeworpen, is daarmee nog niet gegeven dat de curator daadwerkelijk tot afkoop mag overgaan. De curator heeft voor afkoop de toestemming van de rechter-commissaris nodig. De R-C zal moeten beoordelen of afkoop voor de begunstigde of de verzekeringnemer onredelijk benadelend is (zie daarover Wessels, Insolventie-recht II, par. 2159). Zo ja, dan valt het recht alsnog buiten de boedel (art. 22a Fw).
Publicaties van Jeroen Stal
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation