Inzage faillissementsdossier
Hoge Raad (Civiele kamer) 26 maart 2021, Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie in het faillissementsdossier?
Gefailleerde Lips heeft de rechter-commissaris verzocht de curatoren in zijn faillissement te bevelen hem de door hen gemaakte uren mee te delen (artikel 69 Fw). De r-c heeft het verzoek afgewezen omdat de verzochte tijdregistratie niet openbaar is. Lips is tegen de afwijzing in beroep gegaan (artikel 67 Fw). Hij beroept zich er niet op dat de urenverantwoording nodig is voor de beoordeling van de salarisvaststelling (artikel 71 Fw); wel dat hem de informatie toekomt op grond van het recht op een eerlijk proces respectievelijk de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 6 resp. artikel 8 EVRM). De rechtbank overweegt dat beide artikelen niet ongeclausuleerd gelden. Beperking van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is mogelijk met een beroep op de bescherming van het economische welzijn van het land, het voorkomen van strafbare feiten of de bescherming van rechten en vrijheden van anderen. Als in een faillissementsprocedure sprake zou zijn van de vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen van de gefailleerde (artikel 6 EVRM), staat daar de vaststelling van de rechten van schuldeisers en hun mogelijkheid voldoening uit de boedel te krijgen, tegenover. Een afweging van de belangen van de gefailleerde enerzijds en van die van de maatschappij en de schuldeisers anderzijds valt in het nadeel van de gefailleerde uit.
HR: doet de zaak af op grond van artikel 81 RO. De A-G wijst op vaste rechtspraak van de Hoge Raad op grond waarvan de gefailleerde in beginsel recht heeft op inzage in het niet-openbare gedeelte van het faillissementsdossier (zie onder ‘Zie ook’). Of inzage in een concreet geval daadwerkelijk moet worden verschaft, is afhankelijk van de uitkomst van een belangenafweging. De rechtbank heeft die belangafweging gemaakt. De door de rechtbank toegepaste beperking op het door gefailleerde gestelde recht op inzage in de niet-openbare urenspecificaties vindt haar grondslag in de bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad. Daarmee is voldaan aan het vereiste dat de beperking van de in artikel 8 EVRM neergelegde vrijheden een basis moet hebben in het nationale recht (zie onder ‘Zie ook’). Blijkens de rechtspraak van het EHRM kan de vereiste ‘wettelijke’ grondslag voor een beperking immers (ook) worden gevonden in vaste jurisprudentie (zie onder ‘Zie ook’).
Wenk
Uitgangspunt is dat de gefailleerde in beginsel recht heeft op inzage in het niet-openbare gedeelte van het faillissementsdossier, zo volgt uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (zie ook). De categorische weigering tot inzagedoor de r-c is daarmee in strijd. Of de gefailleerde in het concrete geval recht heeft op inzage, dient te worden beoordeeld aan de hand van een belangenafweging, zo volgt uit dezelfde jurisprudentie. In dit geval valt de belangenafweging door de rechtbank in het nadeel van gefailleerde uit. De gefailleerde voert in cassatie aan dat hij in zijn EVRM-vrijheden is beperkt ,terwijl de daarvoor vereiste wettelijke basis ontbreekt.
De A-G concludeert dat artikel 6 EVRM niet een ‘bij wet’ vastgestelde beperking vereist, als artikel 6 EVRM al van toepassing zou zijn. Artikel 8 EVRM vereist wel een ‘bij wet voorziene’ beperking. De A-G stelt vast dat het EHRM geen formele of procedurele eisen, maar wel inhoudelijke of kwalitatieve voorwaarden aan het wetbegrip stelt. Het wetbegrip is niet beperkt tot de formele wet. De inhoudelijke voorwaarden zijn: (i) kenbaarheid en (ii) voorzienbaarheid van, en (iii)voldoende bescherming door de regel (zie ook). De (on)geschreven regel van nationaal recht moet voldoende kenbaar en voorzienbaar zijn, zodat de burger zijn gedragingen op de norm kan afstemmen. Bovendien moet de regel voldoendebescherming bieden tegen willekeurige inmenging door de overheid met door het EVRM beschermde rechten.
De belangenafweging maakt in dit geval inbreuk op de persoonlijke (EVRM-)vrijheden van de gefailleerde, door hem het recht op inzage in de niet-openbare informatie in het faillissementsdossier te weigeren. Deze belangenafweging vindt zijn grondslag in de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad. Omdat vaste jurisprudentie, mits op behoorlijke wijze gepubliceerd, voldoet aan de inhoudelijke of kwalitatieve voorwaarden van het wetbegrip in de vrijhedenbepalingen van het EVRM, kan zij als basis voor de beperking van het verdragsrecht dienen (zie ook). Datzelfde geldt voor lagere wet- en regelgeving, beleid(sregels) en ongeschreven recht. Een belangenafweging die zijn grond heeft in vaste jurisprudentie kan en mag inbreuk maken op de verdragsvrijheden van de gefailleerde. De rechtbank heeft dan ook terecht een belangenafweging gemaakt.
J.A. Stal
Publicaties van Jeroen Stal
2021
- Heeft de gefailleerde recht op inzage in de niet-openbare informatie van het faillissementsdossier? (Lips/curatoren), Rechtspraak Insolventierecht 2021/39
- Staat opheffing van het faillissement bij gebrek aan baten in de weg aan een procedure tegen de curator pro se? (faillissement Breinverruimers), Rechtspraak Insolventierecht 2021/30
- Kwalificeert schending van art. 2:10 en/of 2:394 BW als voldoende ‘persoonlijk verwijt’ voor een bestuursverbod? (OM/bestuurder), Rechtspraak Insolventierecht 2021/16
- Is bij een doorstart sprake van overgang van onderneming? (FNV/Vleems c.s.), Rechtspraak Insolventierecht 2021/5
2020
- Hoe dient vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen plaats te vinden (curatoren Cerentino/Crescendo Belgium), Rechtspraak Insolventierecht 2020/100
- Is een curator in persoon overtreder van een besluit op grond van milieuwetgeving? (curator North Refinery/GS Groningen), Rechtspraak Insolventierecht 2020/84
- Bestaat een reële mogelijkheid voor beroep op Garantstellingsregeling en uitzicht op baten die opheffing verhinderen? (Verzoeksters/mr. Geelen q.q.), Rechtspraak Insolventierecht 2020/66
- Kan een enquête worden gelast naar de periode van voorlopige surseance van betaling of faillissement en het handelen van de bewindvoerder of de curator? (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/44)
- Wanneer moet de curator een boedelschuld voldoen? Is rente in geval van niet-nakoming van een boedelschuld ook boedelschuld? (B.V./curatoren Paperlinx) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/37)
- Is het beschikken over creditsaldi op de bankrekening van de failliet door de curator onrechtmatig tegenover de bank? (Rabobank/mr. Platteeuw q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/17)
- Kan een pandrecht op een assurantieportefeuille worden gevestigd? (ING Bank/mr. Thielen q.q.) (Rechtspraak Insolventierecht 2020/2)
2019
- Beëindiging surseance van betaling (Vidrea Retail) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/93)
- Renvooi en uitleg faillissementsakkoord (Garda/Lehman) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/61)
- Uitwinning hypotheekrecht voor vordering op schuldenaar die niet meer bestaat (Rechtspraak Insolventierecht 2019/56)
- Bevel r-c (MC Slotervaart) (Rechtspraak Insolventierecht 2019/46)
- Natuurlijke persoon als borg: zakelijke of particuliere borgtocht? (JOR 2019/258)
- Verjaring vordering op niet meer bestaande rechtspersoon? (JOR 2019/115)
- Kan een rechtspersoon in staat van insolventie komen te verkeren als zich geen schuldeisers hebben gemeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/36)
- Is schuldeiser gebonden aan vaststellingsovereenkomst van curator? Is bestuurder aansprakelijk voor onbetaald laten van een factuur? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/33)
- Litigation Funding 2019: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2019, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Is inkoop ter veiling van een verhypothekeerde woning door de bank en doorverkoop met winst zonder deze ten gunste van de hypotheekgever te brengen, een schending van de zorgplicht? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/13)
- Leidt verrekening die in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tot onverschuldigde betaling? (Rechtspraak Insolventierecht 2019/5)
2018
- Dispute Resolution 2018: Netherlands (in: M. Davies en K. Bakhda (eds.), Dispute Resolution 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2018)
- Litigation Funding 2018: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2018, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Mag de rechtbank tot homologatie van het faillissementsakkoord overgaan? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/94)
- Heeft de huisaccountant/fiscalist een beroepsfout gemaakt bij de advisering rondom bedrijfsovername? Is sprake van schending klachtplicht en eigen schuld? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/87)
- In hoeverre is bij een doorstart in een faillissement sprake van overgang van onderneming? Kan het Smallsteps-arrest analoog worden toegepast? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/75)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/65)
- Is de bank jegens aandeelhouder(s) van een kredietnemer aansprakelijk als buitensporige tegenprestaties bij verruiming van het (nood)krediet het faillissement van kredietnemer tot gevolg hebben? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/56)
- Is de (register)accountant die optreedt als curator onderworpen aan tuchtrechtspraak voor accountants? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/36)
- Geldt art. 57 lid 3 Fw ook als na omslag van de faillissementskosten per saldo niets aan de Ontvanger kan worden uitgekeerd? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/20)
- Is een levensverzekering een hoogstpersoonlijk recht? Kan een afkoopverbod aan de curator worden tegengeworpen? (Rechtspraak Insolventierecht 2018/3)
2017
- Dispute Resolution 2017: Netherlands (in: S. Lamb (ed.), Dispute Resolution 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2017)
- Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/103)
- Is beëindiging van assurantiebemidde-lingsovereenkomsten en overneming van portefeuillebeheer toegestaan? Ziet art. 54 lid 1 Fw op gecreëerde verrekenbare schulden? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/81)
- Is intrekking van de voorlopige surseance van betaling mogelijk? Wat is de verhouding met een buitenlandse herstructureringsprocedure? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/60 en 61, 2017/71 en 72)
- Is bij pandexecutie van aandelen volgens de blokkeringsregeling toestemming van de voorzieningenrechter vereist/mogelijk? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/52)
- Verjaring van vordering op hoofdschuldenaar. Vraag of borgtocht op grond van art. 7:853 BW is tenietgegaan. (JOR 2017/81)
- In hoeverre bestaat causaal verband tussen onbevoegde kredietopzegging en het faillissement van kredietnemer? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/35)
- Is het overnemen van activiteiten voorafgaand aan faillissement onrechtmatig of paulianeus? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/31)
- Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/13 en 2017/14)
- Geldt het afdwingen van doorlevering van diensten gedurende de afkoelingsperiode als gestanddoening in de zin van art. 37 Fw? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/12)
- Litigation Funding 2017: Netherlands (in: S. Friel en J. Barnes (eds.), Litigation Funding 2017, Getting The Deal Through Series, Law Business Research: 2016)
- Hebben beschikkingshandelingen van de curator, verricht na vernietiging van de faillietverklaring en voor het in kracht van gewijsde gaan daarvan, goederenrechtelijke werking? (Rechtspraak Insolventierecht 2017/4)
2016
- Rabobank/Verdonk q.q.: onrechtmatig handelen en persoonlijke aansprakelijkheid van de curator, FIP 2016/194
- Hoe moet een hypotheekakte worden uitgelegd met het oog op het tenietgaan van het hypotheekrecht? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 109)
- Leidt wanprestatie van de externe insolventieadviseur tot een onrechtmatige daad jegens de gezamenlijke schuldeisers die in hun verhaal zijn benadeeld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/ 86)
- Wanneer verjaart de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van een verificatievergadering? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/64)
- Heeft een crediteur in faillissement recht op inzage in de administratie ter onderbouwing van de aansprakelijkstelling van een derde? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/55)
- Heeft de failliet recht op afgifte van / inzage in het proces-verbaal van een getuigenverhoor? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/43)
- Borgtochtovereenkomst. Verjaring. Nu vordering op gefailleerde en ontbonden hoofdschuldenaar niet is verjaard, is borgtocht niet geëindigd ex art. 7:853 BW (JOR 2016/101)
- Hoe verhouden zich in een negatieve boedel de kosten van executie en vereffening met de boedelvordering van de pandhouder voor door de curator onrechtmatig geïnde vorderingen? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/32)
- Hoe dient een cao-bepaling over bijzonder arbeidsvoorwaarden bij indiensttreding bij een nieuwe werkgever na faillissement te worden uitgelegd? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/26)
- Is een curator bevoegd tot indiening van een enqueteverzoek? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/15)
- Naar welk criterium dient het salaris van de curator na vernietiging van de faillietverklaring te worden vastgesteld? (Rechtspraak Insolventierecht 2016/5)
Corporate | Litigation