Afgifte van boetebesluit door accountant aan curator controlecliënt

Rechtbank Amsterdam 21 juli 2017, Rechtspraak Insolventierecht 2017/103

Moet de accountant een afschrift van het ongeanonimiseerde boetebesluit van de AFM aan de curatoren van de controlecliënt afgeven?

n deze zaak gaat het om een door de AFM geanonimisseerde versie van een boetebesluit jegens een controlerend accountant. De vraag is of de curatoren van een controlecliënt van de accountant daarvan alsnog een ongeanonimiseerde versie bij die accountant mogen opvragen. Het belang van de curatoren is evident: met de inhoud van het rapport zullen zij vorderingen namens de schuldeisers tegen bestuurders, commissarissen en de accountant willen onderbouwen.

Toetsingskader: art. 843a Rv

an de vordering hebben de curatoren art. 843a Rv ten grondslag gelegd; de voorzieningenrechter heeft ook aan dat artikel getoetst. De eiser dient een rechtmatig belang te hebben bij inzage van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn. Uiteraard dient de verweerder de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting te hebben.

De toets

Dat KPMG over een ongeanonimiseerde versie van het boetebesluit beschikt, lijkt wel duidelijk. Het stuk is voldoende bepaald en het lijkt wel te zien op een rechtsbetrekking waarin de curatoren partij zijn, name-lijk een vordering tot schadevergoeding wegens (buiten)contractuele aansprakelijkheid van de bestuurders, commissarissen en accountant. Blijft over de vraag of de curatoren een rechtmatig belang bij de inzage hebben.

Rechtmatig belang?

De eiser moet een concreet en direct belang bij het document hebben. Het docu-ment moet relevant voor de rechtspositie van de eiser zijn. Voldoende lijkt dat de eiser aannemelijk maakt dat hij mogelijk een onderliggende vordering heeft. Niet lijkt vereist dat – zoals in kort geding – de eiser voldoende aannemelijk maakt dat de onderliggende vordering slaagt.
De curatoren hebben – zo blijkt uit het vonnis – de documenten nodig ‘met het oog op het instellen van vorderingen namens de schuldeisers tegen de bestuurders en commissarissen van Imtech, maar ook tegen KPMG zelf, die mogelijk de jaarrekeningen te lichtvaardig heeft goedgekeurd.’ Kennelijk acht de voorzieningenrechter daardoor de mogelijkheid van een onderliggende vordering (voldoende) gegeven en zou geen sprake van een fishing expedition zijn. 

Gewichtige redenen

In deze casus heeft de AFM het boetebesluit geanonimiseerd op grond van art. 63a Wta. De AFM is gehouden tot geheimhouding van vertrouwelijke gegevens en inlichtingen die zij voor de toepassing van de wet heeft gekregen. De ondertoezichtgestelde (KPMG) zal zich immers alleen vrij voelen volledige openheid van zaken te geven, indien hij erop mag vertrouwen dat de vertrouwelijke gegevens ook echt vertrouwelijk blijven. Dat vertrouwen wordt uiteraard ondermijnd, als derden met een beroep op de exhibitieplicht alsnog de vertrouwelijke gegevens kunnen verkrijgen. Hier lijkt de uitzondering van art. 843a lid 4 Rv van toepas-sing: als daarvoor gewichtige redenen bestaan, is degene tegen wie de vordering zich richt, niet gehouden aan de vordering te voldoen. De voorzieningenrechter vindt echter dat de geheimhouding aan het recht-matig belang bij de vordering (art. 843a lid 1 Rv) in de weg staat. Al eerder heeft de Rechtbank Amsterdam (in een vergelijkbaar geval van een boetebesluit) echter geoordeeld dat de geheimhoudingsplicht (toen art. 1:89 lid 1 Wft) aan de toewijzing van de vordering ex art. 843a Rv in de weg stond op grond van de uitzondering van lid 4 (Rb. Amsterdam 23 april 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:3749). Toekomstige wetgeving (wetsvoorstel tot aan-passing van de exhibitieplicht, waarvan de behandeling stil ligt; zie ook) lijkt ook tot uit-gangspunt te nemen dat geheimhouding vol-doende is om afgifte en/of inzage te wei-geren. De aanstaande wijziging van de Wta (art. 63c en 63cc) maakt – zoals ook de voorzieningenrechter oordeelt – niet mogelijk dat de ongeanonimiseerde versie van een boetebesluit zonder meer beschikbaar komt (zie ook).

Slot

Het algemeen belang van een efficiënt toezicht op accountants krijgt voorrang boven het bijzondere (financiële) belang van de gezamenlijke schuldeisers. Nu curatoren geacht worden zich bij het uitoefenen van hun taak ook maatschappelijke belangen tot op zekere hoogte aan te trekken, lijkt de uitkomst van de afweging minder bezwaarlijk.

Jeroen Stal

Publicaties van Jeroen Stal

2018
2017
2016
Cleber advocaten

Corporate | Litigation